Jacobus Leendert Johannes van Katwijk, beter bekent onder de artiestennaam Kostja was een Nederlands conferencier en acteur.
Hij trad als kleine jongen al op in operettes en was later een verwoed amateurspeler en -regisseur. Op 23 augustus 1945 trad hij voor het eerst op als beroepsartiest in Amsterdam, later volgden tournees door Duitsland, Zwitserland en België. Ook was hij een frequent radio-artiest. Hij trad op als sneldichter en had een grotendeels plat Amsterdams repertoire. Uit de roulatie geraakt moest hij een ander vak kiezen. Als reisleider kwam hij op 23 mei 1965 om het leven bij een verkeersongeluk in Oostenrijk.
Een overzicht van de voorstelling die in première is gebracht en waarin hij is opgetreden en voor zover geregistreerd in de Productiedatabase.
Theatervoorstelling “De vrolijke splinters”, in première 31 januari 1948 van een onbekende producent.
Team Rolverdeling: Lien de Jong, Niek Godaert, Ditty Doornbos, Boeda, Kostja van Katwijk en Frans Vrolijk
Bron: Acteurs- en Kleinkunstenaars-Lexicon van Piet Hein Honig, 1984) opgenomen in Productiedatabase.
Amusement na de oorlog
In de jaren van wederopbouw na de oorlog bestond er grote behoefte aan amusement. Naast revuevoorstellingen in Carré en radioprogramma’s als ‘De Bonte dinsdagavondtrein‘ waren er voor de artiesten vele schnabbels in het land. Bioscopen vertoonden niet alleen films, er werd ook door variete-artiesten opgetreden. Vaak echter moesten de goochelaars, zangers, conferenciers en accordeonisten onder primitieve omstandigheden hun kunstje doen.
In deze boeiende documentaire over het feestavondencircuit geeft kleinkunstkenner Van Gelder (medewerker NRC) een anekdotenrijk beeld van de hoogtij-jaren van het schnabbelen en het geploeter in de provincie, waarbij een bonte stoet artiesten de revue passeert. De opkomst van de televisie luidde de ondergang van deze amusementssector in. Veel schnabbelartiesten verdwenen van het toneel, maar Rudi Carrell, Johnny en Rijk, Andre van Duin en anderen beleefden juist dankzij dat nieuwe medium hun grootste successen.
Uit het boek “De schnabbeltoer”, het Nederlands amusement in de wederopbouwjaren van Henk van Gelder, uitgegeven in 2009 staat een stukje over Kostja geschreven.
Rijk de Gooyer vertelt dat hij in zijn beginjaren, toen hij alleen nog maar een imitatie van de vooroorlogse revueclown Johan Buziau op zijn repertoire had staan, vaak optrad met de conferencier Kostja van Katwijk. 0p een keer zei Van Katwijk dat hij een schnabbel had op een feestavond van een bedrijf, en dat hij De Gooyer graag mee wilde nemen. Samen zouden ze honderd gulden verdienen, vijftig gulden per man. Dat was een mooi bedrag. Op de avond zelf wendde de directeur van het bedrijf zich achter het toneel tot De Gooyer, om te vragen of het programma misschien ook ruimte bood voor een optreden van zijn echtgenote, die zo mooi piano kon spelen. De Gooyer knikte — niet alleen omdat men zijn opdrachtgever nu eenmaal tevreden moest stellen, maar ook omdat het programma nog wel wat extra vulling kon gebruiken. Hij wenkte Van Katwijk, die het nummer prompt ging aankondigen in de stijl van een populair radioprogramma uit die tijd. ‘Dames en heren,’ sprak hij, ‘in het kader van “Amateurs zetten hun beste beentje voor” vragen we uw aandacht voor mevrouw B., die voor u een pianorecital zal geven.’ Nadat het doek was opgehaald, begaf de vrouw van de fabrikant zich naar de piano. Pas toen bleek dat Van Katwijks woordkeus enigszins ongelukkig was geweest: mevrouw B. had een horrelvoet. Rijk de Gooyer was er zelf bij, maar Bueno de Mesquita ook.
Uit andere verhalen blijkt dat ook de humoristen Kostja van Katwijk en Mak Vawin, die niet tot de grootsten van het vak werden gerekend, herhaaldelijk in de duw-kampen verschenen. Een enkeling kent nog de neuzelige toon waarop Van Katwijk zichzelf aanduidde als een man ‘met weinig haar, maar veel humóóór’ — de laatste lettergreep in Franse stijl uitgesproken. Vawin had tijdens de bezetting enige naam gemaakt door het maken van hondsbrutale, levensgevaarlijke grappen, maar wist die reputatie na de bevrijding niet te verzilveren. Hoewel zij tot het voetvolk van het amusementsbedrijf behoorden, viel er ook voor hen nog wel een boterham te verdienen. Maar voor mannen als Van Katwijk en Vawin lag de top ver buiten hun bereik. Bovenaan op de ladder stonden nog steeds de grootheden Heintje Davids en Lou Bandy, die in 1948 zelfs samen in een revue van producent Bob Peters stonden. Laat de poppetjes dansen heette het spektakel, waarin ook de Kilima Hawaiians een topattractie vormden. Het was de derde grote revue in die dagen, naast de steeds succesvollere Snip & Snap-revue van René Sleeswijk en het revuebedrijf van mevrouw Wiesje Bouwmeester, waar het nog altijd niet was gelukt de gloriejaren met Johan Buziau te evenaren. Op de balletten van dansmeester Jack Bow viel meestal weinig af te dingen, maar de sketches met Johan Elsensohn, Jacques van Bijlevelt, Loekie Bouwmeester alias Stoet Haspel en diens zus Joy Bouwmeester bleven volgens velen in de schaduw van vroeger staan.
Het ongeval
Nadat Kostja uit de roulatie was geraakt moest hij een ander vak kiezen. In 1965 vindt hij een baan als reisleider. In zijn eerste reis op 23 mei 1965 gaat het gruwelijk mis. In de plaats Zirl in Oostenrijk schiet de bus met Kostja voorin naast de chauffeur in een afdaling door de remmen en boort zich frontaal in de muur van een garage. Kostja en drie medepassagiers overleefde het ongeluk niet. Kostja is op 53-jarige leeftijd in zijn geliefde Amsterdam op 28 mei 1965 op de Nieuwe Oosterbegraafplaats begraven.
In het dagblad “Het vrije Volk” op zaterdag 9 november 1968 verscheen een artikel waarin Rijk de Gooyer, een van Nederlandse bekendste Nederlandse acteur die tevens naam heeft gemaakt als komiek, zanger, schrijver en columnist vertelt over zijn nieuwe paperback “Krentenbollen, kogels en klatergoud”.
In het artikel kwam Rijk de Gooyer aan het woord en vertelde dat komieken zijn niet altijd vrolijk zijn. Lach dan Paljasso, nietwaar? Daarom bestaat zijn boek “Krentenbollen, kogels en klatergoud” niet alleen uit deijenkletsers. De lach bevriest als Rijk vertelt over het einde van Kostja van Katwijk. ‘Arme Kostja. Hij was altijd de schlemiel. ‘Te slotte had Kostja helemaal geen werk meer. Toen werd hij maar reisleider. ‘Een prachtige baan, Rijk,’ zei hij, ‘regelmatig leven en behoorlijk betaald. Ik geloof dat ik het nou eindelijk voor elkaar heb.’ Zijn allereerste reis was met de bus naar Oostenrijk. Trots zat hij naast de chauffeur: de leider vooraan! In Oostenrijk reed de bus tegen een pui. Kostja op slag gedood.’ Bron; Depher
LEES MEER OVER