Catwyck op Zee en Catwyck op Ryn
Katwijk was in de Romeinse tijd al van belang als legerplaats aan de monding van de Oude Rijn (de grens van het Romeinse Rijk). Tot de gemeente Katwijk behoren de kernen Katwijk aan Zee, Katwijk aan den Rijn, Rijnsburg en Valkenburg.
In de vroege middeleeuwen was er sprake van enige bewoning. In 860 raakte de riviermonding verstopt en daarmee stagneerde de ontwikkeling tot een grote nederzetting. In de elfde en twaalfde eeuw groeide Katwijk wel. De eerste vermelding dateerde van 1231. Een zandweg verbond Katwijk aan den Rijn met Katwijk aan Zee. Het is een gegeven dat mensen uit de genoemde plaatsen zeer honkvast zijn, mede door hun vissersbestaan maar vooral door hun strenge geloof.
Dit vind je in Nederland bij meer vissersdorpen, zoals Volendam of Marken. Zij verhuisden niet snel. Toch is er een directe relatie te vinden met onze stamvader Claes Willemsz, In het Oud-rechterlijk archief van Schiedam 1667-1670 Nadere toegang 89 Inventaris 347 staat letterlijk als toevoeging op zijn naam geschreven “Claes Willemsz. van Katwijk op Zee” en in zijn huwelijksaankondiging op 23 april 1645 met Annetge Cornelisdr staat achter zijn naam “van Catwijck op Zee”.
Hieronder kaarten die Floris Balthasars vervaardigde samen met zijn zoon Balthasar Florisz. van Berckenrode, in opdracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland.
De basis hiervoor waren de manuscriptkaarten van alle ambachten binnen Rijnland. Ze begonnen hieraan in 1610. Vanaf deze manuscriptkaarten graveerde Balthasars het hoogheemraadschap in twintig koperplaten. In 1614 verleende de Staten-Generaal hem octrooi op deze kaart voor de eerstvolgende tien jaren. – Het linker kaartblad geeft weer Noordwijk – Rijnsburg en omgeving. Het rechter kaartblad Valkenburg en beide Katwijken.
Strandgezicht bij Katwijk aan Zee met de ruïne en vondsten van de Brittenburg, 1627
Bron; Scheveningen nu en toen
Jan Josephsz. van Goyen (1596 – 1656) (figuren) en anoniem schilder.
Strandgezicht bij Katwijk aan Zee met de ruïne en vondsten van de Brittenburg, 1627
Dé vondst op het Katwijkse strand in de zeventiende eeuw was het enorme bouwwerk dat na fikse stormen boven water kwam: het Romeinse kustfort de Brittenburg. Iedere keer als het tevoorschijn kwam trok het grote aantallen mensen. Op dit schilderij hebben Jan van Goyen en een onbekende schilder zo’n bezoek uitgebeeld. Rechts op de achtergrond is de kerk van Katwijk aan Zee te zien, met op het strand mensen en visserskarren. Met vier huifkarren en een koets kwamen voorname mensen naar de opgraving kijken. Het was een mooie gelegenheid om ook even de benen nat te maken in zee. We zien hoe een minnaar z’n vrijster bij het middel optilt en haar naar de vloedlijn draagt om in het water te gooien, en daarna van het duin door het zand te rollen. Dit gebruik werd ‘vrouwenspoelerij’ genoemd. Als ze elkaar dan nog liefhadden waren ze rijp voor een huwelijk.
Strandgezicht met visverkopers te Katwijk
Bron; Vereniging Rembrandt
Strandgezicht met visverkopers te Katwijk (1641)
Jan van GoyenVan Goyen schilderde het strand bij het vissersdorp Katwijk, dat links achter de duinen te zien is. Het strand is druk bevolkt met vissers en visverkopers. Voor de schilder, die lange tijd in Leiden woonde en later naar Den Haag verhuisde, moet Katwijk vertrouwd gebied zijn geweest: hij maakte minstens drie schilderijen waarop het dorp te zien is. Dit strandgezicht is uitgevoerd in het overwegend bruine en grijze kleurenpalet dat vanaf de jaren 1630 kenmerkend is voor Van Goyens kunst – net als de schetsmatige toetsen waarmee hij het landschap neerzette.
LEES MEER OVER